maandag 16 november 2015

Amsterdam


16 februari 2015

Wat gaat de tijd toch langzaam als je ergens op moet wachten. Het maakt eigenlijk niet uit of er iets leuks of vervelends gaat gebeuren, wachten duurt gewoon lang.

Het is alweer acht weken geleden dat we het vreselijke nieuws te horen kregen. De afgelopen weken zijn eigenlijk niet te beschrijven. Ik schoot van emotie naar emotie, verdriet om wat er aan de hand is, angst voor wat er gebeuren gaat, maar toch ook hoop voor wat de toekomst misschien nog brengen kan.

Vandaag zijn we in het ziekenhuis in Amsterdam voor een gesprek met de chirurg die mij zal gaan opereren. Eerder deze maand heb ik een MRI-scan en een echo van mijn onderbuik gehad, zodat de arts enig inzicht heeft in hoe het er van binnen uitziet bij me.

Eerst worden we gehaald door een coassistent. Ik moet mijn hele verhaal doen, van begin tot eind, waardoor de waarheid weer even hard binnenkomt. Ik zie dat de coassistent zijn best doet om op die manier begrip te tonen, zoals hij vast geleerd zal hebben tijdens zijn opleiding. Terwijl ik middenin mijn verhaal zit, komt er iemand binnen, die even een fijne discussie begint over dat zij deze ruimte gereserveerd heeft. Het is me wel duidelijk dat sommige mensen weinig weet hebben van het begrip empathie.

Na het gesprek met de coassistent neemt hij ons mee naar de kamer van de chirurg. Het is een grote ruimte, misschien wel groter dan mijn eigen woonkamer. Achterin de kamer zit de chirurg achter zijn bureau. Hij heeft een vriendelijk gezicht, wat me iets rustiger maakt.

De chirurg vraagt mij opnieuw mijn hele verhaal te doen. Ik heb niet echt de behoefte om dit nogmaals te doen, maar doe toch netjes wat van me gevraagd wordt. Ik heb een disc mee waar de gegevens van de MRI-scan en echo opstaan en overhandig deze aan de chirurg. Al snel blijkt dat het computerprogramma van mijn eigen ziekenhuis en het computerprogramma van dit ziekenhuis niet compatibel zijn, dus de gegevens kunnen niet ingezien worden. Natuurlijk, het kan ook nooit eens gaan zoals het hoort te gaan.

De chirurg wil graag een echo maken, om toch wat informatie te hebben. Shit, hier had ik niet op gerekend, moet ik weer voor iemand mijn broek uitdoen. Je zou denken dat je eraan gewend raakt na de zoveelste keer, maar ik blijf het vervelend vinden. De chirurg vraagt me of de coassistent mee mag kijken. Eigenlijk vind ik dit geen fijn idee, maar goed die jongen moet het ook leren, dus ik stem ermee in.

Ik trek mijn broek uit en klim in de stoel. De chirurg gaat naar binnen met de echo-staaf en begint ff lekker te roeren en te duwen. O mijn lieve hemel, waar is hij mee bezig! Het is zo pijnlijk dat ik bang ben dat ik van mijn stokje ga. De chirurg vraagt een oneindig aantal keren of het wel gaat. Nee het gaat niet eikel, denk ik bij mezelf. Maar je moet het toch goed kunnen zien? Ik knik naar hem en hoop maar dat deze marteling snel voorbij is. Dat de coassistent me een beetje treurig aan staat te kijken helpt ook niet mee. Na enkele minuten, die uren lijken te duren, is hij eindelijk klaar. Hijgend van de pijn kleed ik me weer aan.

De chirurg zegt dat de achterkant van mijn baarmoeder vergroeid is aan mijn darm. De baarmoeder heeft hierdoor geen bewegingsruimte en hier komt een deel van de pijn vandaan. De rest van wat hij heeft gezien is hetzelfde als wat we eerder in Den Helder te horen hebben gekregen. Echter is deze chirurg iets positiever. Voor zover hij kan zien, lijkt de rechterkant beter dan dat ze dachten en zou er een kans moeten kunnen zijn op een natuurlijke zwangerschap. Mijn hart maakt een sprongetje. Yes! Alle hoop is nog niet verloren! Hij geeft wel aan dat hij de MRI-scan en echo uit Den Helder nog wil bekijken. Zodra hij deze heeft gezien zal hij telefonisch contact met me opnemen.

Twee weken later gaat mijn telefoon, het ziekenhuis in Amsterdam. Ik ben aan het werk en heb net een cliënt weggebracht. Ik loop buiten in de wind en regen. Niet echt een ideale situatie om de telefoon op te nemen, maar ik ben toch wel benieuwd wat hij te zeggen heeft, dus neem ik op.

Het optimisme wat hij had tijdens ons gesprek is volledig weg. De linker eileider moet er sowieso uit en de rechter eigenlijk ook. Het zal me meer slecht dan goed doen als hij deze laat zitten, want door de verklevingen in de rechter eileider wordt de kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap aanzienlijk hoger.

Terneergeslagen hang ik de telefoon op. Ik ben verdrietig, maar vooral boos op mezelf. Waarom heb ik hoop en blijdschap toegelaten, ben ik dan zo naïef geweest? Ik beloof mezelf plechtig voortaan alleen maar van het ergste uit te gaan, dan kan het tenslotte alleen maar meevallen.....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten