donderdag 16 februari 2017

Maar, ik leef nog




24 januari 2017

Vandaag is het zover, de dag van de punctie. De dag dat ze de eitjes eruit gaan halen. Ik schrik wakker van de wekker en doe langzaam mijn ogen open. Het is aardedonker in de slaapkamer. Ik til mijn hoofd op om naar de wekker te kijken, 5.00 uur 's morgens. Met een kreun leg ik mijn hoofd weer op het kussen, maar ik weet dat ik eruit moet, want we kunnen echt niet het risico nemen om te laat te komen. Ik sleep mezelf naar de badkamer waar ik een hete douche neem. Daarna nog even een bak thee, geen ontbijt, want ik moet nuchter zijn. 6.15 uur stipt zitten we in de auto, op weg naar Amsterdam.

Er is nauwelijks file en het heeft ook eens een keer niet gevroren, dus we zijn lekker op tijd. Ik pak het boek wat ik heb meegenomen, zodat ik een beetje afleiding heb. Ik heb mezelf voorgenomen om me niet te druk te maken. Vorige keer was ik heel angstig en nerveus en dat wil ik deze keer niet.

Om 8.10 uur worden we geroepen, allebei worden we naar onze eigen afdeling gebracht. Mijn man moet nog even 'produceren', zoals ze dat noemen, en ik moet me alvast omkleden in het, ondertussen legendarische, witte schort en op bedje nummer 1 gaan liggen. Het lukt me wonder boven wonder nog steeds om rustig te blijven, ook als de zuster aankomt met een grote spuit morfine. Ik leg mijn hoofd achterover en probeer lekker te gaan liggen, al lukt dat niet helemaal, omdat bedje nummer 1 nog steeds niet geschikt is voor mensen met mijn lengte.

Zo lig ik daar dan een tijdje, heerlijk te genieten van hetgeen de sederende medicatie met me doet. En dan is het zover, mijn man en ik worden naar binnen geroepen. Eerst wordt er een echo gemaakt om te kijken hoe alles erbij ligt van binnen. Mijn blaas is nog te vol, waardoor ik gekatheteriseerd moet worden. De zuster zegt dat ik me even moet ontspannen en dat ik het gewoon moet laten lopen. Ja, natuurlijk. Ik lig hier half naakt, benen in de beugels, eendenbek in mijn doos, katheter erin en dan nog even proberen te ontspannen. Knappe vrouw die dat kan. Maar schijnbaar hoef ik niet heel erg mijn best te doen, want het komt er al uit.

En dan het vreselijkste gedeelte, de inwendige verdoving. Ik weet nog dat ik dit de vorige keer het vervelendst vond, dus ik zet me schrap. En inderdaad, ik heb het goed onthouden, het is nog steeds vreselijk.

Als de verdoving is gegeven, is het tijd voor het echte werk. Ik ontspan weer een beetje, want ik weet nog van de vorige keer, dat de verdoving goed zijn werk deed en ik bijna niks voelde van de punctie. Kom maar op!

Ik moet diep ademhalen en dan gaat de naald erdoor. Ik verstijf en knijp mijn ogen dicht. Wat is hier aan de hand? Dit is echt niet zoals de vorige keer. Dit is verdomme niet te doen! Het lijkt wel of ze met een slagersmes bezig zijn daar beneden. Ik piep er zachtjes uit dat het wel een beetje zeer doet, maar nog voor ik ben uitgesproken, is daar messteek nummer twee en drie en vier. De zuster zegt dat ik het hartstikke goed doe, ja lekker makkelijk praten als je ernaast staat en hier niet in dit martelwerktuig hoeft te liggen. De messteken blijven komen en ik weet niet waar ik het zoeken moet.

Ik kijk naar mijn man die naast me zit en de tranen beginnen over mijn wangen te stromen. Wat is dit voor marteling? Werkt die verdoving wel, of wat? Als de rechterkant eindelijk klaar is, stopt ze even, zodat ik een beetje op adem kan komen. En dan is links aan de beurt. Links kan vast niet zo erg zijn als rechts, want links zitten minder follikels. Ik ben alweer wat rustiger geworden als ze zegt dat ik weer diep moet ademhalen en dan komt het mes weer.

Nee, nee, nee! Dit is nog erger. Ik voel het gewoon van binnen helemaal doortrekken naar mijn onderrug. Die arts heeft mazzel dat ik geen kant op kan, anders had ik haar zo een trap in haar bek gegeven.

Na een kwartier is het dan eindelijk klaar, maar de paniek is nog niet weg. Ik moet blijven liggen met mijn benen in de beugels en ik kan geen kant op. O God, ik ga hyperventileren. Ja, daar is het al, ik krijg geen lucht meer, ik ben helemaal van de wereld. In de verte hoor ik een stem. 'Schatje, rustig inademen en rustig uit.' Ik zoek waar de stem vandaan komt en vind de ogen van mijn man. Ik kijk alleen naar hem, de rest van de kamer is wazig. En dan lukt het gelukkig om weer een beetje rustiger te worden.

En dan mag ik eindelijk deze hel uit, terug naar de uitslaapkamer om even verder tot rust te komen.
Ik lig daar misschien net een paar minuten als de zuster ons komt vertellen dat ze negen eitjes hebben gevonden. Negen!? Wow, we zouden er vier hebben en met heel veel geluk zes. Maar nu hebben we er dus negen! Dat zijn er zelfs nog twee meer dan de vorige keer! O, wat ben ik blij, dan heb ik het tenminste wel ergens voor gedaan!

Ik moet nog even blijven liggen en als ik me na een half uur wat beter voel, mag ik naar huis. Ik sta op van het bedje en zie dat er bloed langs mijn benen naar beneden stroomt, waar het zich een plasje vormt op de grond. Oké, dit is volgens mij niet echt de bedoeling.

De zuster maakt me schoon en ik moet weer terug in het bedje. De lakens zitten onder het bloed en mijn witte schort zit ook vol met vlekken. Ik walg echt van mezelf en ik ben bloedchagrijnig. Ik wil gewoon weg hier. Ik moet plassen en ik wil eten, het is ondertussen al middag geworden en ik heb de hele dag nog niks op.

Een half uur later mag ik na nog een controle gelukkig weg. Eindelijk plassen en daarna nog even een broodje eten in het restaurant beneden. En dan lekker naar huis, bijkomen van een verschrikkelijke ochtend, maar wel één met een prachtig resultaat. En hé, ik leef nog steeds.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten